DEN HERTOG - HOUTEN Luister je mee? - LAURA ZWOFERINK - DAGBOEK VOOR JONGE KINDEREN
© 2022 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3199 8 Illustraties: Jaap Kramer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Woord vooraf Dit dagboekje is geschreven voor jonge kinderen en hun opvoeders. De eenvoudige verhalen zijn ook geschikt voor mensen met een verstandelijke beperking. Kleurige illustraties verrijken en verduidelijken de tekst. Ze zijn afkomstig uit de drie delen van Kijk en luister. De teksten in dit dagboek zijn nieuw. Ze zijn speciaal voor deze uitgave geschreven. Boven aan elke pagina staat een kort, bijpassend bijbelgedeelte om voor te lezen. De vragen onder aan de tekst geven mogelijk aanleiding tot gesprek. Van harte hoop ik dat dit dagboekje tot nut mag zijn. In Psalm 78 staat zo treffend: ‘Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des Heeren, en Zijn sterkheid en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft … Opdat het navolgende geslacht die weten zou, de kinderen die geboren zouden worden; en zouden opstaan en vertellen ze hun kinderen. En dat zij hun hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.’ Lopikerkapel, oktober 2022 Laura Zwoferink
God heeft alles gemaakt Lezen: Genesis 1:1-2 Kijk eens om je heen als je naar buiten gaat. Zie je de zon, de lucht en de wolken? Zie je de bomen, de bloemen en de dieren? Er was een tijd dat al die dingen er niet waren. Toen heeft de Heere alles gemaakt. Dat staat in de Bijbel. De Bijbel is het Woord van God. God maakte alles uit niets. Hij had er geen spullen voor nodig. Dat kunnen de mensen niet. Wat is God machtig! Hij zei: ‘Ik wil dat de hemel en de aarde er komen.’ En vanaf toen waren de hemel en de aarde er. Hoe maakte God de hemel en de aarde? 8 1 januari
Wat maakt God op de eerste dag? In de hemel woont de Heere. Ook zijn er ontelbaar veel engelen. Ze loven en prijzen God. Ze gehoorzamen de Heere. Op de aarde is het eerst nog donker en leeg. God zegt op de eerste dag: ‘Ik wil dat er licht komt.’ Ineens is er licht. De Heere noemt het licht dag. Het donker noemt Hij nacht. Als het dag is, ga jij spelen of naar school. Als het nacht is, ga je slapen. Dank je de Heere voor alles wat Hij je gaf? Bid je om bewaring in de nacht? De Heere waakt over jou als je slaapt. De hemel en de aarde Lezen: Genesis 1:3-5 9 2 januari
De tweede dag en de derde dag Hoe kun jij ademen? Lezen: Genesis 1:6-13 Op de tweede dag maakt God de blauwe lucht en de witte wolken. De lucht zorgt ervoor dat wij kunnen ademen. Dat noem je de dampkring. De derde dag maakt God de grote zeeën en het land. Ben je weleens bij de zee geweest? Wat kun je dan ver over het water kijken! Op het land komen planten, bomen en bloemen. Aan de bomen groeien appels en peren en andere vruchten. God kijkt naar de aarde en ziet dat het goed is. Alles wat God maakt, is heel goed. 10 3 januari
Welke drie lichten heeft God gemaakt? Op de vierde dag gaat de Heere de aarde nog mooier maken. In de lucht komt een groot licht. Dat is de zon. De zon schijnt op de aarde. Ook maakt de zon de aarde warm. Als de zon ondergaat, wordt het donker. Voor de nacht maakt de Heere de maan en de sterren. Die geven ook licht in het donker. Ze schijnen in de donkere nacht. Probeer de sterren maar eens te tellen. Het zijn er zoveel! Wat heeft God alles mooi en goed gemaakt. De vierde dag Lezen: Genesis 1:14-19 11 4 januari
De vijfde dag Lezen: Genesis 1:20-23 Hoor je in de lente weleens vogels fluiten? Wat zingen ze mooi! Vogels zingen tot eer van God. Er zijn heel grote vogels, zoals de arend en de gier. Ook zijn er veel kleine vogels, zoals de mus, de roodborst en de nachtegaal. Wat een prachtige kleuren hebben vogels! Ze vliegen door de lucht en slapen in de bomen en struiken. De Heere heeft ze op de vijfde dag gemaakt. Ook maakte Hij vissen op de vijfde dag. Grote vissen, zoals de walvis en de haai. Kleine vissen, zoals de goudvis, de stekelbaars en de guppy. Ze zwemmen in het water. De Heere ziet dat alles wat Hij maakt goed is. Weet jij nog meer namen van vogels en vissen? 12 5 januari
Op het land komen dieren. Die maakt God op de zesde dag. Grote dieren, zoals de olifant, de leeuw, de tijger en het nijlpaard. Maar ook kleine dieren, zoals de eekhoorn, de muis en de vlieg. De Heere maakt ook dieren die op hun buik kruipen, zoals de worm. De dieren doen elkaar geen kwaad. Als laatste maakt de Heere een mens. Daarvoor gebruikt Hij stof van de aarde. In zijn neus blaast God de adem, zodat de mens gaat leven. De mens heeft een lichaam en een ziel. God noemt de mens Adam. De Heere maakt de mens tot Zijn eer. De zesde dag Lezen: Genesis 2:7 Hoe maakt God de mens? 13 6 januari
Adam en Eva Lezen: Genesis 2:20-25 Adam mag alle dieren een naam geven. Alle dieren zijn samen: een mannetje en een vrouwtje. Maar Adam is alleen. Dan gaat de Heere aan Adam een vrouw geven. Adam gaat heel diep slapen. De Heere neemt een rib uit Adam. Daar maakt Hij een vrouw van. Wat is Adam blij met haar! ‘Je bent vlees van mijn vlees en been van mijn been,’ zegt hij. ‘Ik noem je Manninne, omdat God je uit mij heeft gemaakt.’ Later krijgt ze een andere naam: Eva. Adam en Eva houden veel van elkaar. Ze hebben geen kleren aan. Toch schamen zij zich niet. God heeft hen goed gemaakt. Waarom noemt Adam zijn vrouw Manninne? 14 7 januari
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==