9789033132100

11 koning van Assyrië naar Lachis’ – dus hij lag toen nog niet eens rondom Jeruzalem; hij kwam er alleen nog maar aan! – ‘zeggende: Ik heb gezondigd, keer af van mij; wat gij mij opleggen zult, zal ik dragen. Toen legde de koning van Assyrië Hizkía, den koning van Juda, driehonderd talenten zilver en dertig talenten goud op.’ Dat was een geweldige hoeveelheid. En wat deed Hizkía? Wel, hij legde eerst vestingwerken aan. Hij zorgde voor de watervoorziening en hij vulde de voedselvoorraad aan.Maar toen hij zag dat het leger van Sanherib al naderbij kwam en dat er geen houden aan was, toen werd hij angstig. Hij bood zijn excuses aan; hij maakte een knieval voor de koning van Assyrië. Hij zei: Ik heb gezondigd! Ik had nóóit uw juk van me moeten afschudden! Ik ben verkeerd geweest, want ik koos de zijde van Egypte; dat had ik natuurlijk nóóit moeten doen; ik ben fout geweest! Ik wil mijn fout ruiterlijk toegeven. Ik wil echt wel weer belasting aan u betalen! Zeg maar hoeveel u van mij hebben wilt. Een geweldige som geld werd van Hizkía geëist. Hij aarzelde niet om daarvoor te zorgen. Daar was het goud en het zilver uit des konings huis en zelfs uit het huis des Heeren voor nodig. Er staat in het vorige hoofdstuk: ‘Alzo gaf Hizkía ál het zilver dat gevonden werd in het huis des Heeren, en in de schatten van het huis des konings. Te dien tijde sneed Hizkía het goud af van de deuren van den tempel des Heeren en van de posten, die Hizkía, de koning van Juda, had laten overtrekken, en gaf dat den koning van Assyrië’ (vs. 15-16). Bij de reformatie had Hizkía de tempeldienst in ere hersteld. Hij had de tempel als het ware gerestaureerd en alles weer met goud overtrokken. Het was een heerlijke tempel geworden. Maar nu moest al dat goud er weer af, want hij moest het afdragen aan de koning van Assyrië. Hizkía hoopte dat de koning van Assyrië hem daarna verder met rust zou laten. Maar dat gebeurde niet. De koning van Assyrië handelde bijzon-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==