9789033132124

8 – 1 – HET WARE GELOOF LEZEN: HEBREEËN 11:1-6 / ZONDAG 7, VR.+ANTW. 20 Als wij meer over het geloof willen weten, kunnen we goed te rade gaan bij Hebreeën 11. Dit is een bekend, ik mag wel zeggen: een beroemd hoofdstuk over de kracht van het geloof. Het begint indrukwekkend: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet.’ Ons hart is verdorven en onze zintuigen schieten tekort om God te kennen. Maar wonder van genade: God is te kennen door het geloof. Dit geloof is een genadegave, een zeker instrument om Hem te mogen kennen. Noodzaak van het geloof We lezen in vers 6: ‘Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken.’ Hier wordt de noodzaak van het geloof heel duidelijk geleerd. Zonder geloof heeft een mens geen behagen bij God, moet God een mens wégdoen. De verhouding tot God is alleen goed als er sprake is van geloof. Geloof heeft dus alles te maken met de verhouding met God. Ja, geloof is noodzakelijk, wil de verhouding tot God goed zijn. Dat wordt ook nog op een andere manier gezegd, in vers 6b. ‘Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken.’ Het lijkt wel of God hier de voorwaarde van het geloof stelt. Natuurlijk, iedereen mag tot Hem komen in de weg

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==