9789033132216

het meisje zonder naam

den hertog - houten

AVI M5 © 2023 Den Hertog B.V. - Houten ISBN 978 90 331 3221 6 Omslag: Corné van der Horst Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 hoofdstuk 1 5 november 1938 Lotte staart naar buiten. Alles om haar heen verandert. Net zoals de blaadjes van de kastanjeboom voor hun huis, die in een paar weken tijd geel en oranje zijn geworden. Sommige takken zijn al helemaal kaal. Achter zich hoort ze mama zuchten. Haar moeder staat gebogen over de wastobbe en wrijft met driftige gebaren over papa’s blouse. Vroeger deed Judith de was, maar hun huishoudster is verdwenen en niemand weet waarheen. De grootste verandering is misschien wel mama’s gezicht. Haar ogen staan verdrietig en ze zingt nooit meer. De laatste tijd ligt ze ook steeds vaker met hoofdpijn op bed. ‘Lotte, ga eens even een zak wortels halen bij Golstein!’ roept mama. Ze veegt haar handen af aan haar schort en geeft geld aan Lotte. ‘Neem Heinrich en Romy maar even mee,’ zegt ze. ‘We mogen met Lotte mee!’ juicht Heinrich. ‘Waar gaan we naartoe?’ vraagt Romy, die met haar pop aan het spelen is. ‘Bij papa kijken,’ zegt mama. ‘Is papa op kantoor?’

6 Mama zucht. ‘Nee, hij werkt nu in de groentewinkel van meneer Golstein.’ Daar zal Lotte nooit aan kunnen wennen. Papa tussen de uien en aardappelen in plaats van achter een bureau. Maar hij heeft nog geluk gehad. De vader van een meisje uit haar klas was een paar jaar geleden al ontslagen op het gemeentehuis en heeft helemaal geen werk meer. ‘Doe de groeten aan papa!’ zegt mama nog als Lotte de deur achter zich dichttrekt. Het is zachtjes gaan regenen. Op de stoep ligt een laag bladeren. Vroeger gingen ze weleens in de herfst naar het park om mooie herfstbladeren te zoeken. Dan deed ze een wedstijdje met Hans wie het grootste blad kon vinden. Maar bij de ingang van het park staat al een tijdje een bordje dat ze niet langer welkom zijn. ‘Waarom werkt papa niet meer op het kantoor?’ vraagt Heinrich. ‘Omdat het niet mag,’ zegt Lotte. Haar stem klinkt kort. ‘Waarom niet?’ Lotte zucht. Heinrich met zijn waaroms. ‘Omdat we Joods zijn.’ ‘Wat betekent dat?’ ‘Dat je bij het Joodse volk van Israël hoort,’ antwoordt Lotte haar broertje. ‘Moeten we nu ook naar de synagoge?’ ‘Niet alle Joden gaan naar de synagoge.’ Haar stem klinkt onvriendelijker dan haar bedoeling is.

7 Het begint iets harder te regenen. Ze trekt Heinrich en Romy mee onder een luifel van een winkel. De regen maakt grote kringen in een plas vlak voor hen op de stoep. De man van de horlogewinkel is in de deuropening komen staan. Hopelijk houdt Heinrich even zijn mond. Ze wil niet dat iemand anders Heinrichs vragen hoort. Je weet soms niet hoe mensen reageren. De man kijkt hen argwanend aan. Rond deze tijd zijn er veel Joodse mensen op straat, omdat die pas aan het einde van de middag boodschappen mogen doen. Ze roept Heinrich die in de regen is gaan staan. De man lijkt na het noemen van de naam Heinrich tevredengesteld, want hij verdwijnt in de winkel. Deze truc gebruikt ze wel vaker, maar hij werkt lang niet altijd. Het winkelbelletje van de groentewinkel schelt fel als ze de deur van de winkel opent. De geur van prei en uien komt haar tegemoet. Diezelfde lucht hangt ’s avonds nog om papa heen als hij thuiskomt. Meneer Golstein gooit een zak aardappelen leeg in een kist. Een paar aardappelen rollen door de winkel. Heinrich raapt ze voor hem op. Papa staat achter de toonbank en helpt een mevrouw die een krop sla afrekent. Hij heeft wallen onder zijn ogen en lijkt de laatste tijd steeds meer een oude man. Papa lacht beleefd naar de mevrouw als hij haar het wisselgeld teruggeeft. Maar Lotte ziet dat zijn ogen

8 niet meedoen. Net of de glans er een beetje vanaf is sinds hij in de groentewinkel staat. Papa, die vroeger zo vrolijk was. Als ze samen verstoppertje speelden bijvoorbeeld. Ze wist dat papa dan net deed of hij haar niet kon vinden, maar dat maakte niet uit. Als hij achter de kast keek waar zij stond, deed hij alsof hij schrok. De lol die ze dan samen hadden, was onbetaalbaar. Het lijkt nu allemaal zo lang geleden. ‘Ah, komen jullie boodschappen doen?’ zegt papa. ‘Gaat het goed thuis?’ vraagt hij zachtjes, terwijl hij Lotte met zijn donkere ogen scherp aankijkt. ‘Mama is druk bezig met de was. Daarom doe ik de boodschappen voor haar,’ zegt Lotte. ‘Je kunt zien dat je groot wordt, Lotte,’ zegt papa. ‘Wat staat er vanavond op het menu?’ ‘Wortels,’ zegt Lotte. Papa pakt een paar grote winterpenen en legt die op de weegschaal. Daarna doet hij ze in een bruine zak. Lotte geeft hem het geld. Ze krijgt een halve Reichsmark terug. ‘Stop hem goed in je zak,’ zegt papa. ‘En gelijk naar huis, hoor!’ Zijn nagels zijn vies en gescheurd. Toen hij nog op kantoor werkte, had hij altijd gladde handen en schone nagels. Meneer Golstein legt wat appels op een schaal op de toonbank. Meneer Golstein is echt Joods, want hij gaat naar de synagoge. Zij gaan naar de kerk. Maar nu niet meer. Vorige maand hing er een nazivlag in de kerk. Lotte had haar ogen niet kunnen geloven.

9 Maar het ergste van alles was dat ze niet meer naar de meisjesclub mag. Zomaar uit het niets had de leidster gezegd dat Joodse kinderen niet meer welkom waren op de vereniging. Ze had iets van medelijden verwacht van de juf, maar haar blauwe ogen keken haar koud aan. Op dat moment besefte ze dat de juf haar al weken negeerde en haar geen beurt gaf als ze een antwoord wist op de vragen die de juf stelde. Het was allemaal begonnen toen ze een nieuwe voorganger kregen. Bij de oude dominee zou zoiets nooit gebeurd zijn, maar de oude dominee is een paar weken geleden vervangen voor een andere predikant. Waar de oude dominee nu is, weet niemand. Toen ze er mama naar vroeg, had mama gezegd dat ze niet zoveel vragen moest stellen. ‘Hier, Lotte!’ Meneer Golstein drukt haar een appel in de hand. Ze schrikt op uit haar gepeins. ‘Dank u wel!’ Meneer Golstein lacht vriendelijk naar haar. Papa is alweer bezig met een volgende klant. Haar broertje en zusje hebben hun tanden al in de appel gezet.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==