9789033132339

14 / 1.2 HISTORISCHE VERKENNING aanwezig waren. ‘Wanneer de scholastiek, het Humanisme en de Reformatie in hun context bestudeerd worden, dan blijken zij in veel opzichten met elkaar verwant.’22 Johannes Calvijn (1509-1564) kende de redeneertrant van de Scholastiek en de vroeg-humanistische verwerking van de retorica (klassieke leer van de welsprekendheid). Hij gebruikte deze wel, maar dan als methode. Steeds is de inzet van de Orthodoxie dat niet de wetenschappelijke methode maar de inhoud van de Bijbel leidend zal zijn.23 Ten aanzien van het functioneren van predestinatie en uitwendige roeping in de prediking onderzocht P.L. Rouwendal methode en denktrant. Hij concludeert inhoudelijke continuïteit tussen Reformatie en Orthodoxie.24 De theologische thema’s die aan de orde werden gesteld werden steeds via zorgvuldige exegese aan de Bijbel verbonden. Twee richtingen Het Gereformeerd Protestantisme in de Nederlanden in het onderzochte tijdvak kan worden getypeerd in twee richtingen: voetiaans of coccejaans.25 Dit verwijst naar de theologen Gisbertus Voetius en Johannes Coccejus, die een beeldbepalende positie hebben ingenomen. Om dit onderzoek goed te kunnen plaatsen, volgt eerst van beide erflaters een excurs met een korte theologische typering. 22 Van Asselt, Voetius, 47. W. J. van Asselt verwijst hier naar P.O. Kristeller. 23 A. Goudriaan, ReformedOrthodoxy and Philosophy, 1625-1750. Gisbertus Voetius, Petrus vanMastricht andAnthonius Driessen, Leiden 2006, 1. 24 P.L. Rouwendal, Predestination and Preaching in Genevan Theology from Calvin to Benedict Pictet, PhD-thesis, Kampen 2016, 318 e.v. 25 H.O. Old, The Reading and Preaching of the Scriptures in the Worship of the Christian church. Volume 4. The Age of the Reformation, Grand Rapids 2002, 451.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==