Gea Veldkamp Annef loor DEN HERTOG - HOUTEN
© 2023 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3241 4 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgavemagworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
- 7 - HOOFDSTUK 1 ‘Annefloor, wakker worden!’ Een zachte kreun klinkt. Langzaam opent Annefloor de Groot op deze eerste maandagmorgen na de herfstvakantie haar ogen. Slaperig duwt ze het puntje van haar vrolijk geblokte dekbed aan de kant en tuurt naar de wekker. Half acht. Oh, tijd genoeg om zich aan te kleden, te ontbijten en naar school te gaan! Annefloor sluit haar ogen en gerustgesteld nestelt ze zich weer op haar warme plekje. ‘Wakker worden, slaapkop!’ Tien minuten later klinkt een flinke roffel op de deur van haar kamer. ‘Anders knijp ik een washand boven je uit.’ Ze geeuwt. Dat is haar broertje Tim. Alleen hij kan zo vreselijk irritant doen. Haar oudste broer Joas valt wel mee. Zuchtend slaat Annefloor haar dekbed aan de kant. Ze rilt als ze haar blote voeten op de koude vloer zet. Beneden hoort ze moeder in de keuken rommelen. Dan rekt ze zich eens flink uit voordat ze haar kleren van de stoel bij haar bureau pakt. Nu eerst maar naar de badkamer. Als ze opschiet, kan ze zich nog net wassen en aankleden voordat ze gaan ontbijten. ‘Goedemorgen!’ zingt haar zusje Marjolein op de gang. ‘Ik ben al wakker!’ ‘Hou je mond,’ mompelt Annefloor. ‘Laat me toch eens rustig wakker worden.’ Waar haar zusje zo vroeg op de morgen al die energie vandaan haalt, is voor haar echt een raadsel. Slaperig sloft ze verder naar de badkamer. Gelukkig, geen kapers op de kust. Met haar voet duwt ze de badkamerdeur verder open en gaat naar binnen. Zo, nu de deur dicht en de kraan wijd open om een ijskoude plens water in haar gezicht te spetteren. Pas dan durft ze in de spiegel te kijken. Een slaperig gezicht kijkt haar aan. Haar haren pieken alle kanten op. En ineens kriebelt er een lach omhoog. Een beetje gelijk hebben de
- 8 - anderen ook wel: zij is echt de slaapkop van de familie! Ze maakt een lange neus naar haar spiegelbeeld. Wie er ooit bedacht heeft om school zo vroeg te laten beginnen, is wat haar betreft nog niet jarig. Niet dat ze zo’n hekel aan school heeft, maar om daar iedere morgen zo vroeg voor uit je nest te komen... Peinzend haalt ze de handdoek van het haakje en dept haar gezicht droog. Ziezo. Dan pakt ze haar borstel en met flinke slagen begint ze haar lange, sluike, bruine haar te borstelen. ‘Annefloor!’ hoort ze iemand van beneden roepen. Oei, dat is papa’s stem, dan wordt het menens. Nu kan ze maar beter opschieten. Snel nog een laatste blik in de spiegel. Hier moet ze het vandaag maar mee doen. Vlug stommelt ze de trap af. Ze zitten allemaal aan tafel, ziet ze als ze de kamer in loopt. Mama kijkt haar verwijtend aan en aan papa’s gefronste wenkbrauwen ziet ze dat hij zich opwindt. Zonder iets te zeggen, schuift ze aan. Wat een gedoe toch iedere morgen! Op de een of andere manier lukt het haar deze ochtend om op tijd de deur uit te gaan. Buiten schijnt de zon. De regen van vannacht heeft alles lekker opgefrist. Annefloor snuift de kruidige lucht op. De herfst is duidelijk in aantocht. In de kastanjeboom naast het huis fladdert een vogel. Annefloor kijkt omhoog. Ze slaakt een diepe zucht. Het dier heeft duidelijk geen last van een ochtendhumeur. ‘Dag zusje,’ zegt Tim treiterig als hij haar inhaalt en net voor haar zijn fiets uit de schuur pakt. Annefloor haalt haar schouders op. Niet op ingaan. Die paar minuten moet haar vriendin Ellen maar geduld hebben. Elke morgen treffen ze elkaar op de hoek van deMagnoliastraat om samen naar demiddelbare school in het nabijgelegen stadje te fietsen. Of beter gezegd: meestal staat Ellen daar geduldig te wachten. Maar vandaag is Ellen laat. Verbaasd tuurt Annefloor of ze haar vriendin in de verte ziet komen. Geen Ellen te zien.
- 9 - Annefloor pakt haar telefoon uit haar schooltas. Is zij zelf zo laat en is Ellen al vertrokken? Maar nee, ze is voor haar doen zelfs vroeg. Onrustig wiebelt ze van haar linkervoet op haar rechtervoet. Dan houdt ze haar hand boven haar ogen en tuurt tot haar ogen pijn doen. Nog steeds geen Ellen te bekennen. Annefloor zucht. Dit duurt lang! Het is niets voor Ellen om zo laat te komen. Ze trommelt met haar vingers op het stuur en kijkt rond. Op dit tijdstip is het druk op straat. Ze ziet scholieren en moeders met kleine kinderen, maar geen Ellen. Net als ze besluit om dan maar alleen te gaan, ziet ze haar vriendin alsnog aankomen. Hijgend staat Ellen even later naast haar. ‘Zachte band,’ zegt ze buiten adem. Annefloor grinnikt opgelucht. ‘Ik dacht: die houdt een dagje langer vakantie!’ Ellen schudt haar hoofd. ‘Ik moest mijn band oppompen en ik kon dat stomme ding niet vinden in de schuur.’ Annefloor kijkt eens naar de fiets. ‘Is-ie niet lek dan?’ ‘Huh, wat?’ doet Ellen verbaasd terwijl ze een gaap nauwelijks kan onderdrukken. ‘Nee joh, dan was die band allang weer leeg.’ ‘Kom, waar wachten we op?’ Annefloor springt op haar fiets. ‘Anders komen we te laat en ik heb geen zin in nablijven.’ Ellen volgt haar voorbeeld. Samen trappen ze stevig door om op tijd te komen. ‘Wat ben je stil,’ merkt Annefloor op als de school in zicht komt. ‘En je ziet zo bleek. Voel je je niet lekker?’ Ellen haalt haar schouders op. ‘Beetje laat gaan slapen,’ zegt ze zacht. ‘Hoezo?’ Maar Ellen gaat er niet op in. ‘Pff,’ zegt ze zuchtend en ze kijkt op haar horloge. ‘Nog een minuut! Dat halen we nooit.’ ‘Rennen,’ zegt Annefloor, inmiddels klaarwakker. ‘Kan nog makkelijk.’ ‘Hierheen,’ gebaart Ellen als Annefloor naar het B-gebouw loopt. ‘We moeten naar de aula.’ Met grote passen loopt ze naar het trappenhuis. ‘Opschieten!’ zegt ze gejaagd, terwijl ze haar vriendin aan haar arm trekt.
- 10 - ‘Oh ja,’ zegt Annefloor. ‘We hebben de introductie van het project, dat was ik bijna vergeten.’ Op de trap komen ze hun klasgenoot Max tegen. ‘Goedemorgen,’ zegt hij met een brede grijns. ‘Nog tien seconden!’ Annefloor giechelt, maar Ellen wordt rood. ‘Kom,’ zegt Max met een dikke knipoog. ‘Achteraan zie ik nog een paar plekjes vrij.’ Precies als de bel gaat, schuiven ze de rij in. Meneer Van der Meulen schudt zijn hoofd. ‘Jongens, wat moet dat met jullie worden?’ ‘Ach meneer,’ zegt Max schouderophalend. ‘Het is bewezen dat een puberbrein ’s morgens wat later op gang komt.’ ‘De wetenschap is zeker belangrijk zolang het resultaat in jouw straatje past, nietwaar?’ zegt de leraar. ‘Gewoon ’s avonds minder lang doorgaan, wil ook weleens helpen.’ Maar als hij naar voren loopt, ziet Annefloor nog net dat er pretlichtjes dansen in zijn ogen. Meneer Van der Meulen is een van haar favoriete docenten. Met hem valt tenminste een gesprek te voeren. Kennelijk vindt hij dat belangrijker dan orde houden tijdens zijn les. ‘Zoals jullie weten, gaan we met een nieuw project starten.’ Er barst een geroezemoes los. ‘Ho, rustig aan.’ Van der Meulen zwaait met zijn armen. ‘Luister eerst eens voordat je wat roept.’ ‘Weet jij waar het over gaat?’ fluistert Annefloor zachtjes in Ellens oor. ‘Ach,’ zegt Max zacht. ‘Vast beter dan gewoon les.’ Ellen kijkt op. ‘Huh?’ ‘Waar zit jij met je gedachten?’ fluistert Annefloor. Tijdens hun fietstocht was Ellen ook zo stil. Een rode blos kruipt uit Ellens hals omhoog. Haastig duikt ze naar de grond om iets uit haar tas te pakken. Annefloor grijnst. Oh, op die fiets. Langzaam kijkt ze van het gezicht van haar vriendin naar dat van haar klasgenoot Max. ‘Dat jullie zo laat binnenkomen, betekent niet dat jullie je eigen lesprogramma kunnen volgen,’ klinkt ineens de stem van meneer Van der Meulen. Annefloor schrikt op. ‘Sorry,’ mompelt ze.
- 11 - ‘Maar meneer,’ zegt Max opgewekt, ‘we hadden het over de les.’ ‘Ja, ja, dat moet ik geloven,’ zegt Van der Meulen die naar hen toe komt lopen. ‘Houd nu je mond en luister naar die dame voor in de aula.’ ‘Wees eerlijk!’ hoort Annefloor de jonge vrouw voor in de aula uitleggen. ‘Daar gaat het in deze lessenserie over. Maar misschien moet ik me eerst even voorstellen.’ Ze kijkt vragend naar hun leraar. Meneer Van der Meulen knikt. Met een heldere stem stelt de vrouw zich voor. ‘Ik ben Eva en ik geef gastlessen op middelbare scholen.’ Haar blauwe ogen kijken opgewekt de aula door. ‘Met als thema “Wees eerlijk”. En dan gaat het over vragen als: Koop jij eerlijke kleding? Hoe groen leef jij eigenlijk?’ Annefloor trekt haar wenkbrauwen op en stoot Ellen aan. Hoezo, eerlijke kleding? Ze gaat gewoon naar de winkel als ze nieuwe kleding nodig heeft. Naast zich hoort ze Max mompelen: ‘Een spijkerbroek is een spijkerbroek.’ Maar de vrouw voorin gaat verder. ‘Het is tijd dat jullie in de benen komen,’ zegt ze glimlachend. ‘Ik heb hier een lijstje stellingen. Ben je het ermee eens, dan ga je staan. Als je het er niet mee eens bent, blijf je zitten. Duidelijk?’ Eva kijkt even om zich heen en praat dan weer verder. ‘Oké, hier komt de eerste: als ik het koud heb op mijn kamer, trek ik een warme trui aan.’ Nieuwsgierig kijkt Annefloor om zich heen. Ze ziet hoe Max gaat staan en zich eens lekker uitrekt. ‘Logisch toch?’ zegt hij zelfverzekerd. ‘Huh?’ hoort ze Ellen mompelen. ‘Dan doe je toch de verwarming een graadje hoger?’ ‘Prima,’ zegt Eva. ‘Dit was een opwarmertje. Nu de volgende: ik neem iedere morgen uitgebreid de tijd om me te douchen.’ Dus niet, bedenkt Annefloor vermaakt en ze blijft zitten. Daar heeft ze simpelweg de tijd niet voor. Dan kijkt ze rond. De meningen zijn duidelijk verdeeld. ‘Dit is wel geinig,’ fluistert ze Ellen in het oor. Max haalt zijn schouders op en geeft zijn vriend Christiaan een ferme klap op zijn schouder. ‘Zo is het helemaal duidelijk waar het project
- 12 - over gaat,’ zegt hij luidruchtig. ‘Niet dus!’ ‘Hou je mond toch eens.’ Annefloor kijkt hem met een boze blik aan. ‘Als je er steeds doorheen kletst, hoor je het ook niet.’ ‘Precies, goed gezegd, Annefloor!’ bemoeit Christiaan zich ermee. Hij geeft zijn vriend Max een stomp. ‘Hou je klep eens even dicht!’ Annefloor ziet nog net hoe Christiaan haar vriendin een dikke knipoog geeft. Het is haar wel vaker opgevallen dat hij Ellen er iedere keer bij probeert te betrekken. Ellen lijkt het niet op te merken. Ze probeert de aandacht van Max te vangen, maar die speelt inmiddels met zijn telefoon. Annefloor haalt haar schouders op en kijkt weer naar voren om de les te volgen. Die middag lopen Annefloor en Ellen samen naar het fietsenrek. Het is gaan motregenen. ‘Bah,’ moppert Ellen. Ze tuurt naar de grijze lucht. Annefloor haalt haar schouders op. ‘We zijn niet van suiker. Hoewel mijn accu ook beter loopt op zonne-energie.’ Ondertussen zwaait ze naar een klasgenoot. ‘Tot morgen!’ ‘Wat vind jij van het project?’ vraagt Ellen als ze bij het fietsenrek zijn. Met een vies gezicht droogt ze uitgebreid haar zadel met de mouw van haar jas. ‘Ach, ik weet het nog niet zo,’ zegt Annefloor. ‘Wel heel zielig, die film over die mensen in Afrika. Om uren te moeten lopen voor schoon water...’ Ellen knikt en ze steekt haar fietssleutel in het slot. ‘Dat is niet voor te stellen als je zelf gewoon de kraan kunt opendraaien.’ Annefloor snuift als een regendruppel precies op haar neus terechtkomt. Rillend trekt ze de rits van haar jas wat hoger op. ‘Ik ben benieuwd wat de eindopdracht is.’ Ellen zucht. ‘Vast een of andere vage opdracht.’ ‘Weet je,’ zegt Annefloor. Er verschijnt een denkrimpel op haar voorhoofd. ‘Ik zou die mensen zo graag willen helpen.’ Ellen bukt zich over haar fiets en prutst wat aan de sluiting van haar tas. ‘Hoe dan?’ reageert ze als ze weer overeind komt. ‘Als je geld inzamelt,
- 13 - weet je niet eens zeker of het op de goede plaats terechtkomt.’ Met een ruk trekt Annefloor haar fiets uit het rek. ‘Duh, natuurlijk kun je dat niet controleren. Maar moet je dan gewoon je ogen sluiten voor andermans leed? Als ik het maar goed heb...?’ ‘Tuurlijk niet,’ zegt Ellen verontwaardigd. ‘Maar alleen geld aan arme mensen geven, is niet voldoende. Volgens mij help je hen meer met goede scholing, want dan kunnen ze zelf aan de slag.’ ‘Misschien,’ weifelt Annefloor. ‘Maar ook goede scholing kost geld.’ Ellen haalt haar schouders op en zet haar fiets in beweging. Bij de verkeerslichten aan het einde van de straat moeten ze wachten. ‘Het is gewoon niet eerlijk,’ zegt Annefloor, terwijl ze met haar vingers op het stuur trommelt. Om dan wat zachter te vervolgen: ‘Ik zou zo graag iets willen doen!’ ‘Dat snap ik ook wel,’ zegt Ellen als ze nogmaals op het knopje van het verkeerslicht drukt. ‘Maar wat?’ Annefloor zwijgt. Dat is precies het punt: ze heeft nog geen flauw idee. En dat overkomt haar niet vaak. Meestal is zij de bedenker van hun plannen en is Ellen een kei in de uitvoering. Nadenkend klemt Annefloor haar vingers om het stuur. Nee, er begint deze keer echt niets te borrelen. Het verkeerslicht springt op groen en ze fietsen verder. ‘Heb jij al geleerd voor de toets Engels?’ begint Ellen over iets anders. Annefloor schudt haar hoofd. ‘Nog niet aan toegekomen, jij dan?’ ‘Ja,’ zegt Ellen zuchtend. ‘Anders lukt het me nooit om een voldoende te halen. Niet iedereen leert zo gemakkelijk als jij!’ Bij dezelfde hoek als waar ze ’s ochtends op elkaar wachten, nemen ze nu afscheid. ‘Tot morgen!’ In de keuken ploft Annefloor haar tas op de grond. Ze heeft eerst keurig haar fiets onder het afdak gezet. Moet je anders vader horen... Met haar voet duwt ze de deur naar de woonkamer open. Aan de grote eiken tafel ziet ze moeder met haar telefoon zitten. Ze hoort haar schateren. Wat moeder daarna zegt, kan ze niet verstaan. Blijkbaar is moeder aan het videobellen. Dat kan alleen maar met tante Anneleen,
- 14 - de jongste zus van moeder, zijn. Verder belt haar moeder vrijwel nooit met haar smartphone als ze thuis is. Vorig jaar zijn tante Anneleen en oom Gustav naar Zweden verhuisd. Ondanks alle moderne technieken waarmee ze contact kunnen houden, mist moeder haar zus. Gedachteloos veegt Annefloor een pluk haar uit haar gezicht. Zou zij later ook zo’n sterke band met haar zusje hebben? Ze schudt twijfelend haar lange haren. Opnieuw hoort ze moeder schateren. ‘Prima plan,’ zegt moeder duidelijk verstaanbaar. Annefloor rolt eens met haar ogen. Goed idee of niet, zij mist het gezin van haar oom en tante, en de uitstapjes die zij met elkaar maakten, totaal niet. Niet dat ze haar oom en tante zo vreselijk vindt, maar Astrid, haar nichtje, kan zo mateloos irritant doen. Altijd wist Astrid het zo te draaien dat Annefloor op haar kop kreeg. Onvoorstelbaar dat mam dat nooit zag! Zo te horen zijn de zussen nog lang niet uitgepraat. Jammer, Annefloor wilde zo graag over het project vertellen. Misschien dat mam nog een idee heeft. Langzaam loopt Annefloor de keuken weer in. Met een zwaai trekt ze de koelkast open en haalt de fles limonade eruit. Peinzend draait ze de kraan open en vult haar glas verder met water. Met grote slokken laat ze daarna het rode vocht naar binnen glijden. Haar gedachten gaan weer naar de les van die morgen. Onvoorstelbaar dat er meisjes van haar leeftijd zijn die kilometers moeten lopen voor wat water! Dan pakt ze een biscuitje uit de koektrommel. In de kamer hoort ze moeder opgewekt praten. ‘Dat is een goed idee! Dan kunnen we jullie bed & breakfast met eigen ogen bekijken.’ Annefloor spitst haar oren. Nieuwsgierig laat ze zich zakken op een kruk bij de keukentafel. Maar moeder zwijgt. Blijkbaar is tante Anneleen aan het woord. Naar Zweden? Annefloor krijgt het er warm van. Wat moet ze daar? Ze houdt liever thuis vakantie met haar vriendinnen! Een diepe zucht kruipt uit het puntje van haar teen omhoog. Naar Astrid? Dat nooit! ‘Kerst in Zweden?’ klinkt moeders stem dromerig. ‘Een witte Kerst lijkt me prachtig.’
- 15 - Annefloor glijdt van haar kruk. Stilletjes glipt ze langs haar moeder naar boven. Ze steekt haar hand op als groet. Moeder geeft haar een knipoog. Even later stommelt Annefloor de trap op. Op haar slaapkamer ploft ze nijdig op haar bed. Hier heeft ze dus echt geen zin in. Verontwaardigd gaat ze weer staan en rommelt wat op haar bureau. Zuchtend zoekt ze de boeken die ze nodig heeft voor haar huiswerk. Maar ze kan zich er niet toe zetten. Steeds verschijnt haar nichtje op het netvlies. Pff. Dat gaat ze dus echt niet laten gebeuren! Wacht, misschien weet Ellen raad. Ze pakt haar telefoon van haar bureau. Languit op haar bed liggend begint ze te typen. Vet stom, we gaan naar Zweden! Even later krijgt ze een berichtje terug. Wanneer dan? Mam wil witte Kerst, reageert Annefloor vrijwel direct. Kom je toch bij mij? Echt???? Annefloors vingers trillen. Dat zou nog eens een oplossing zijn. Tuurlijk. Ellens bericht wordt afgesloten met een lachende smiley. Annefloor stuurt een smiley terug en komt overeind van haar bed. Dat ze daar niet aan gedacht heeft! Het zou een superoplossing zijn, want dan zit ze niet met Astrid opgescheept. Een kwartiertje later hoort ze moeder onder aan de trap roepen, maar nu heeft Annefloor geen tijd. ‘Heb een dikke toets!’ schreeuwt ze naar beneden. Tijdens de avondmaaltijd vertelt moeder uitgebreid over de uitnodiging van tante Anneleen. ‘Witte Kerst,’ zegt ze dromerig. ‘Dat lijkt me zo mooi: al die besneeuwde bossen en dichtgevroren meren. Een echte winter!’ ‘Echt?’ hoort Annefloor haar zusje roepen. ‘Gaan we naar Zweden?’ Met glimmende ogen laat Marjolein zich van haar stoel glijden om een vreugdedans te maken. Annefloor knijpt haar ogen tot spleetjes. De knoop in haar buik wordt dikker. Zo onopvallend mogelijk kijkt ze de kring aan tafel rond. Tim heeft zijn aandacht bij andere zaken. Hij heeft zijn telefoon uit
- 16 - zijn broekzak gehaald. Buiten het blikveld van zijn ouders probeert hij een berichtje te sturen. Annefloor haalt haar schouders op, moetie lekker zelf maar weten. Onvoorstelbaar dat papa en mama het niet merken! Haar blik glijdt verder. Vader is tevreden aan zijn bord met hutspot begonnen. Hij geeft zijn vrouw een dikke knipoog. ‘Witte Kerst? Sinds wanneer kun je die bestellen?’ ‘In een land als Zweden heb je daar meer kans op dan hier,’ hoort Annefloor moeder zeggen. ‘Kerst met Anneleen en Gustav... Ach, waarom ook niet,’ mompelt vader, terwijl hij een flink stuk worst aan zijn vork prikt. Joas, haar oudere broer, zwijgt. Ziet ze het goed, knijpen zijn ogen samen? Zachtjes laat Annefloor wat lucht tussen haar lippen ontsnappen. Zou ze in hem een medestander vinden? Gedachteloos neemt ze een volgende hap van het eten op haar bord. Anders eet ze met smaak van moeders hutspot, maar vandaag proeft ze weinig van de warme maaltijd. Na het eten glipt ze met een smoes over huiswerk snel naar haar kamer. Maar in plaats van haar boek met Engelse woordjes pakt ze haar telefoon.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==