9789033132513

9 – 1 – Niet begeven en niet verlaten NIEUWJAAR ...want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Hebreeën 13:5b Van deze Goddelijke toezegging aan Zijn volk schrijft Paulus in de brief aan de Hebreeën. De apostel heeft hun Christus hun als voor ogen geschilderd in Zijn Middelaarsbediening, Wie Hij voor Zijn volk is in Zijn onveranderlijke liefde en trouw. ‘Maar Deze’, schrijft hij in Hebreeën 7, ‘omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden’ (vs. 24, 25). Waartoe bidt Hij? Opdat zij gereinigd door Zijn bloed en vernieuwd door Zijn Geest Hem ter eer zouden leven. Hij weet volmaakt hoe zwak van moed en klein van krachten zij zijn. En daarom heeft Hij, Die niet liegen kan, gezegd: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.’ Dit woord sprak de Heere al tot Jakob in Bethel in de nood en onmogelijkheid van zijn leven (Gen. 28:15). Dit woord heeft Hij ook gezegd tegen Jozua toen hij stond voor de machtige muren van Jericho (Joz. 1:5). De kanttekenaren zeggen: ‘...en in hem tot alle gelovigen’. Dus is het een woord voor de Kerk des Heeren van alle tijden.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==