12 móét getuigen! Maar kan ik dat wel? Wat komt er naar mij toe? Stel u eens voor dat de Heere dit boekje zou gebruiken om tegen u of jou te zeggen: Jij zult Mijn getuige zijn, waar dan ook in deze wereld. Hoe dan ook! Dat kan immers. Zo is het ooit gegaan in de levens van die jongens, daar aan de oever van de zee van Tiberias. De broers Petrus en Andreas, Johannes en Jakobus. Ze waren druk bezig met de netten van hun vader, want ze hadden die nacht gevist. En toen kwam Jezus... Alles lieten ze achter. Ik denk weleens: zouden ze nog tijd hebben gehad om hun handen te wassen? Zou de vislucht niet nog aan hen hebben gehangen, toen ze achter de Heere Jezus aan gingen? Want ze moesten opbreken, zomaar van het ene moment op het andere. Jezus sprak. En zij zullen het later zeggen: ‘Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd’ (Matth. 19:27). Wat een verandering is er dan in je leven! Van het vrije leven van een visserman, die zich van niemand anders iets aan hoeft te trekken, tot het leven van iemand die zich door een Ander laat leiden. Om altijdmaar weer de weg te gaan die de grote Ander voorgaat. Je krijgt daarbij ook te maken met allerlei soorten mensen die tegenstander zijn. Dat is toch nog wel wat anders dan dat
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==