11 Nat van het gras. ‘Ik denk het niet,’ zegt hij dan. ‘De schoen is bruin. Het leer is glad. Boer Bas klost vaak rond op klompen. Maar ik vraag het wel.’ ‘Ik ga mee,’ zegt Finn. Hij gaapt weer. ‘En dan slaap ik straks graag weer door.’ Stijn loopt door de wei. Mauw, doet de kat. Het beest staat op en loopt weg. Bij boer Bas brandt nog licht. Stijn klopt op het raam. Boer Bas komt naar de deur. Hij kijkt vreemd. ‘Wat is er?’ Ik vind Stijn en Finn dom. Dit is geen schoen van boer Bas. Wacht maar. Ik breng er nog veel meer!
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==