9789033131745

8 opgehoogd door de modderstroom. Hij graaft gestaag door. Af en toe moet hij stoppen om het zweet van zijn voorhoofd te vegen.Toch graaft hij door. Gelukkig schijnt er een heldere maan deze nacht. Daardoor heeft hij genoeg licht om te zien hoe diep hij heeft gegraven. Ineens stoot zijn spade op een rotsblok. Dieper gaat het niet. Hij kijkt in het gat. Een centimeter of veertig. Liever had hij wat dieper gezeten, maar ach, wat maakt het eigenlijk uit. Niemand die hier zal zoeken naar het kistje.Het is privéterrein, eigendom van zijn Grossvater. En die is hier waarschijnlijk al jaren niet meer geweest. De oude man komt nauwelijks verder dan de drie koeien die op stal staan. De enige die hier komt, is Johann zelf. Johann draait zich om en loopt de weg terug. Precies 583 passen. Hij staat bij een kronkel in de beek. Ook dat moet hij onthouden voor de kaart die hij vannacht nog moet tekenen. Hij checkt zijn kompas en loopt exact naar het westen. Na ruim duizend passen is hij bij het schuurtje. Hij kijkt om de hoek naar het kleine boerderijtje. Het is donker, opa slaapt. En Bruno, de hond, zal hem niet verraden. In het schemerdonker ziet hij zijn gecamoufleerde rugtas staan, tegen de wand van het schuurtje. In de tas zit zijn schat. Van hem en voor niemand anders. Hij heeft al zoveel goud in handen gehad, niemand weet dat hij dit kistje achterover heeft gedrukt. Als die verschrikkelijke oorlog achter de rug is, is dit zíjn beloning voor alle gevaarlijke ontmoetingen die hij met die vreselijke nazi’s heeft gehad. Iedereen verdient er flink aan: die Duitsers, de bankiers, de legerleiding. Dit keer is hij aan de beurt. Dit kistje is voor hem, voor later. Johann beurt het zware kistje op zijn schouder en telt zijn passen. 1007 tot aan de kronkel in de beek. Dan 583 met de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==