9789033131875

4 j a n u a r i Voor de zee Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. e x o d u s 1 4 : 1 5 b WAT EEN WONDERLIJK BEVEL van de Heere! De Israëlieten staan voor een grote onmogelijkheid. Voor hen de zee, opzij van hen de bergen, en achter hen de Egyptenaren. Waar moeten ze heen? De dood voor ogen. Ze beginnen Mozes te beschuldigen. ‘De Heere zal voor u strijden’, zegt Mozes. ‘Staat vast en ziet het heil des Heeren.’ Eerst: stil zijn en wachten wat de Heere doen zal. En nu: dit wonderlijke bevel. De Heere heeft hen hier gebracht. Als u en jij niet uit het diensthuis Egypte gegaan bent, roept de Heere ons alsnog Egypte te verlaten. Dan hebt u Egypte achter u en Kanaän voor u. Bekering! Maar God leidt in de beproeving omZichzelf heerlijker te openbaren. De Israëlieten moeten stil zijn en doen wat de Heere opdraagt. Zij kunnen niets doen. De Heere opent in Zijn grote barmhartigheid een weg waar het geloof op kan wandelen. Voorttrekken? Gemakkelijker gezegd dan gedaan, zegt u misschien. Voor het verstand ís er geen weg. Het pad waarlangs de Heere Zijn volk leidt kunnen wij van nature niet betreden. Het is een pad van het geloof. Misschien hebt u met vreugde het diensthuis Egypte verlaten. Gezongen van de liefde van God. En nu... voor een onmogelijkheid. U moet sterven en kunt niet sterven. En toch: ‘Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken.’Wie mag buigen voor God, wie als een zondaar komt aan Zijn voeten, voor hem gaat de zee open. Omdat Christus door de zee van Gods toorn is gegaan. ‘Al Uw baren en Uw golven zijn over Mij heengegaan.’ Nu is er voor een hulpeloos volk een pad gebaand. Nu niet langer meer voor de zee. Nee, door het geloof gaan ze door de zee. l e z e n : e x o d u s 1 4 : 1 - 2 2

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==