9789033132032

12 je merkt het: mensen zijn er in geestelijk opzicht doof en blind voor. Ze wíllen eigenlijk niet. Ouders, wat kan het moeilijk zijn in de opvoeding van kinderen. Want kinderen voeden we in de eerste plaats en vooral op voor de eeuwigheid. Maar je merkt bij het ouder worden: alleen de Heere kan het, mijn zoon en mijn dochter een nieuw hart geven. Broeders kerkenraad, wanneer we de gemeente doorgaan, dan proberen we om met alle gebrek aan onze kant de mensen met de boodschap van de Bijbel te bereiken. In prediking, pastoraat, huis- en ziekenbezoek proberen we de mensen te vertellen dat er een Borg en Zaligmaker is voor mensen die gezondigd hebben. Maar soms moet je met Jesaja uitroepen: ‘Wie heeft onze prediking geloofd? En aan wie is de arm des Heeren geopenbaard?’ Wat kan dat ook een worsteling zijn in het wereldwijde werk in Gods Koninkrijk. De Heere wees een weg en gaf een plaats waar we dienstbaar mogen zijn. Je doet wat je kunt om in die taal en binnen die cultuur het Evangelie van genade door de Heere Jezus uit te dragen. Maar je merkt het: harten écht bereiken en levens nieuw maken, is een werk van de Heere alleen! Wat denken we dan? Zou het dan allemaal echt vruchteloos, zinloos, zonder doel zijn? Zullen er eigenlijk wel mensen zijn die tot Christus komen? Wat krijgt tegen de achtergrond van zo’n worsteling de tekst een rijke en diepe gloed van troost en bemoediging in zich! Want tegen de achtergrond van al die mensen toen en nu, die de Heere Jezus niet écht en met hun hárt geloven, laat Hij in onze tekst horen dat het alles niet vruchteloos is. Het heeft wél zin, het heeft wél een doel in zich. Je hoort in de tekst de vastheid en de zekerheid: er zullen mensen zijn die wél tot Christus komen! Want: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen.’ Gegeven door de Vader ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen.’ Gegeven door de Vader, zo heb ik dit tekstgedeelte samengevat.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==