9789033132100

7 wat zijn vader David gedaan had’ (vs. 3).Wat deed hij dan? ‘Hij nam de hoogten weg en brak de opgerichte beelden en roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had’ (vs. 4). Waarom? ‘Omdat de kinderen Israëls tot die dagen toe aan haar gerookt hadden; en hij noemde ze Nehûstan.’ Dat wil zeggen: het is niets dan koper. ‘Hij betrouwde op den Heere, den God Israëls, zodat na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, noch die vóór hem geweest waren. Want hij kleefde den Heere aan; hij week niet van Hem na te volgen en hij hield Zijn geboden, die de Heere Mozes geboden had’ (vs. 5-6). Is dat geen kostelijk getuigenis? Hij vreesde de Heere en betrouwde op Hem met zijn ganse hart, zelfs zó dat van hem gezegd kon worden: Hij kleefde de Heere aan; hij vreesde de Heere. Dat wil zeggen: Hij had eerbied en ontzag voor de Heere. Nee, het wil niet zeggen dat hij bang was voor de Heere. In het woordje ‘vrezen’ ligt begrepen: eerbied, hoogachting, ontzag. Tegelijkertijd ligt er ook iets in van ‘de Heere liefhebben’. Nietwaar, zoals een kind opziet tegen zijn vader en tegelijkertijd liefde tot zijn vader heeft; het gaat dan ook vertrouwelijk tot zijn vader. Welnu, zo stond Hizkía tegenover de Heere. Hij had de Heere hartelijk lief; hij schaamde zich niet voor Hem. Hij kwam er openlijk voor uit dat God voor hem het allerhoogste en het eeuwige goed geworden was. Omdat hij in de dienst van God zijn vermaak had gevonden, gunde hij dat aan eenieder. Daarom trachtte hij het volk van de Baäl los te trekken en heen te wijzen naar de Heere. Hizkía’s godsdienst was niet slechts een laagje vernis. Het was niet alleen de buitenkant van zijn leven, maar hij vreesde de Heere tot in het diepst van zijn hart. Dat blijkt duidelijk uit zijn leven, want hij kleefde de Heere aan. Neem die uitdrukking eens letterlijk: hij was als het ware aan de Heere vastgekleefd. Hij kon zonder de Heere niet leven, hij kon zonder de Heere niets doen; hij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==