9789033132148

OPGEWEKT TOT EEN NIEUW LEVEN

DEN HERTOG - HOUTEN DS. D.W. TUINI ER OPGEWEKT TOT EEN NIEUW LEVEN

© 2023 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3214 8 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoud Woord vooraf 9 1. Genade en vrede 11 Efeze 1:1-2 2. De lofzang op Gods werk in Jezus Christus 18 Efeze 1:3-14 3. Paulus’ gebed voor de gemeente (1) 24 Efeze 1:15-23 4. Uit genade zalig 29 Efeze 2:1-10 5. De middelmuur gebroken 35 Efeze 2:11-22 6. De onnaspeurlijke rijkdom van Christus 43 Efeze 3:1-13 7. Paulus’ gebed voor de gemeente (2) 50 Efeze 3:14-21

8. Gods gemeente als het lichaam van Christus 56 Efeze 4:1-16 9. Opgewekt tot een nieuw leven 64 Efeze 4:17-32 10.Wandelen als navolgers van God 70 Efeze 5:1-14 11. Word vervuld! 77 Efeze 5:15-21 12.Eén in Christus 83 Efeze 5:22-33 13.Ouders en kinderen, heren en slaven 91 Efeze 6:1-9 14.Gods wapenrusting aandoen 97 Efeze 6:10-17 15.Bidden in de Geest 106 Efeze 6:18-24

9 Woord vooraf Ook de Efezebrief behoort tot de zogenaamde gevangenisbrieven, die de apostel Paulus geschreven heeft vanuit zijn gevangenschap. Op het moment van schrijven bevond hij zich in de wereldstad Rome. Bijzonder is dat Gods knecht, als een gevangene, ondanks de omstandigheden de eer van God en het heil in Zijn Zoon Jezus Christus voor zondaren centraal stelt. Hij schrijft aan de gemeente van Efeze, christenen die vroeger heiden waren geweest en het niet altijd gemakkelijk hadden in de heidense, zedeloze wereld. Hoewel de brief niet de meest gemakkelijke is, reikt hij toch veel stof aan die belangrijk is voor ons zielenheil en de praktijk van het alledaagse leven. De brief aan de gemeente van Efeze verdelen we in tweeën: 1. Het leerstellige deel, de hoofdstukken 1 tot en met 3; 2. Het pastorale gedeelte, de hoofdstukken 4 tot en met 6. Het thema van de brief is: de christelijke gemeente door God de Vader van eeuwigheid verkoren, door God de Zoon in de tijd verlost en door God de Geest toegebracht.

10 We lezen allereerst over het eertijds van de Efeziërs, alsook over hun maar nu... Over de eenheid tussen Jood en heiden door het kruis van Jezus Christus en de opdracht om Gods gemeente te bouwen. In het tweede deel gaat het over de eenheid van de gemeente, over de gegeven ambten en de nieuwe levenswandel, als beginsel en vrucht van Gods genadewerk. Daarbij komen aan de orde de verhoudingen binnen het huwelijks- en gezinsleven en het maatschappelijk leven. De brief sluit af met de geestelijke wapenrusting, die nodig is in de strijd tegen de vijanden in het Koninkrijk van God. Daarom is dit onderwijs ook voor vandaag hoogst actueel. Deze Bijbelstudies zijn bewerkt vanuit een serie gehouden preken. Ze zijn bestemd voor persoonlijk gebruik binnen het gezin en in verenigingsverband. Het is mijn hartelijke wens dat ze tot zegen voor u en jou mogen zijn, of tot onderwijs als we door genade de Heere mogen vrezen. Kampen, januari 2023 Ds. D.W. Tuinier

11 – 1 – Genade en vrede Lezen: Efeze 1:1-2 Lichtstad Het is ongeveer 62 jaar na de geboorte van de Heere Jezus Christus als de apostel Paulus vanuit zijn gevangenis in Rome een brief schrijft aan de gemeente van de Efeziërs. Efeze is een rijke, welvarende stad, gelegen aan een uiterst belangrijke handelsroute langs de kust van de Egeïsche Zee. Opvallend zijn de vele lichtjes die er te zien zijn. Efeze wordt niet voor niets de ‘lichtstad’ genoemd. De stad is het centrum van het godsdienstige en culturele leven. Efeze staat echter ook bekend om zijn goddeloosheid, bijgeloof en zedeloos leven. Er is van alles te beleven en te genieten. Midden in de stad trekt de tempel van de grote godin Diana de aandacht. Een eindje verderop staat het wereldberoemde theater, waar eens twintigduizend mensen tegelijk hebben geroepen: ‘Groot is de Diana der Efezeren!’ (Hand. 19:34). Ook is de stad het middelpunt van keizerverering.

12 Efeze lijkt voor het oog een geweldig bloeiende stad, maar is eigenlijk straatarm. Wat in de wereld ‘licht’ heet, noemt Gods Woord ‘duisternis’. De apostel Paulus schrijft over de Efeziërs: ‘Eertijds waart gij duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere’ (Ef. 5:8). Ook in deze stad bouwt God naar Zijn eeuwig welbehagen en eenzijdige zondaarsliefde Zijn Kerk. Hij ontsteekt er het licht van Zijn genade. Het begin ervan is moeilijk en klein. Maar een begin uit God draagt vrucht, vruchten van geloof en bekering. Mensen worden geroepen uit de duisternis van hun zondaarsbestaan. Gods Geest leidt hen tot het Licht. In de middellijke weg gebruikt God daarvoor Zijn kind en knecht Paulus. Daarover lezen we in Handelingen 19. Later dient Timotheüs de gemeente en nog weer later de apostel Johannes. Vervolgingen Paulus schrijft de brief aan Efeze dus vanuit de gevangenis te Rome. Waarom? Omdat hij bezorgd is. De christenvervolgingen die woeden, zijn zwaar. De jonge, christelijke gemeente in Efeze heeft het in de heidense, goddeloze en zedeloze wereld moeilijk. Daarbij komt dat er ook nog eens van binnenuit gevaren dreigen. Dwalingen dringen op de een of andere manier de gemeente binnen, met alle vérstrekkende gevolgen van dien. Ondanks dat houden de Efeziërs vol. Zij hebben verdragen en geduld, en hebben omwille van Gods Naam gearbeid, zo leren we uit de brief van de apostel Johannes op Patmos (Openb. 2:3). In de Naam van

13 zijn Zender, Jezus Christus, prijst hij hen, omdat zij de kwaden niet verdragen en de valse apostelen ontmaskeren. Door Gods genade houden ze stand. Dat is de kracht van Efeze. De eerste liefde verlaten Er is ook een andere kant... Christus zegt: ‘Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten’ (Openb. 2:4). Dat is ook Efeze. De liefde verflauwt. Tegenover het positieve ziet de grote Hartenkenner iets negatiefs. Of eigenlijk: niet er tegenover, maar erdoorheen. En dat is nog erger. Dat tast alles aan, waardoor de positieve kant zijn waarde verliest. Efeze verliet haar eerste liefde. Dat verwijt maakt de Koning van de Kerk, Jezus Christus, haar. De Efeziërs hebben heel bewust deze eerste liefde verlaten. Ze zijn wel ijverig en rechtzinnig aan de buitenkant, maar vanbinnen deugt het niet (meer). Daarmee is het hart uit hun dienen van de Heere verdwenen. Christus is uit hun oog. Het gebedsleven kwijnt. De vreze des Heeren is uitgehold, van binnenuit. De blijdschap in God door Christus ontbreekt. Daarom vraagt Christus: ‘Efeze, waar is uw eerste liefde? Ik sta niet meer in het middelpunt van uw hart en leven.’ Gods kinderen slapen. Zij hebben hun eerste liefde verlaten! Tegelijk ontvangen zij een aansporing om zich te bekeren en de eerste werken weer te doen. Christus zegt: ‘Laat het toch weer worden zoals in het begin, zodat u Mij weer hartelijk liefhebt. En zo niet, dan zal Ik de kandelaar van zijn plaats wegnemen.’ Dan ver-

14 dwijnt de gemeente helemaal. Dan wordt het weer donker in de lichtstad. Daarom: ‘Gedenk waarvan gij uitgevallen zijt, wees dan ijverig en bekeer u!’ Efeze moet terug naar de Bron, terug naar de troon van Gods genade. Daar vindt ze de eerste liefde terug. Bekeert u! Neem de toevlucht tot de enige Redder en Zaligmaker. Belijd eerlijk uw ontrouw, ongeloof en liefdeloosheid. Neem er afstand van! Dat is het eerste. En het tweede is: wederkeren. Wederkeren tot Hem, smekend om genade. Want genade alleen kan redden. U hebt het ontvangen... maar u hebt het veracht! Als u echter Zijn liefde blijft negeren, zal uw kandelaar worden weggenomen (Openb. 2:5). Naam en afzender (vs. 1) Paulus noemt zich in de aanhef van de brief een apostel, een gezondene van Jezus Christus. De apostel heeft nooit kunnen denken dat, toen hij op weg was naar Damascus om daar Jezus’ volgelingen gevangen te nemen (Hand. 9:1-2), hij Hem zo lief zou krijgen. Deze Jezus heeft hem onderweg niet alleen stilgezet, maar ook geroepen en gezonden om in Zijn Naam het Evangelie te verkondigen. Niet door mensen, maar door de wil van God is hij geroepen. Op de roeping en de wil van God baseert hij zijn apostelschap. Daarin ligt zijn mandaat en zijn kracht. Aan Jezus Christus, de Koning van de Kerk, ontleent hij zijn gezag. Deze Christus is voor de schuldverslagen ziel zoet en voor het verbroken hart dierbaar. Daarvan weet Paulus uit eigen ervaring. God stortte Zijn liefde uit in zijn hart. Door Zijn genade won

15 Hij hem in voor Zijn Zoon en Zijn zalige dienst. Na de aanhef volgt het adres. Paulus richt zijn brief aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus. De gemeenteleden zijn heilig omdat Gods Geest hen heeft geroepen en afgezonderd van de wereld. Ze zijn door het ware geloof, door een Gods Geest gewerkte geloofsband, met de Heere Jezus Christus verenigd. Daarom zijn zij aan God gewijd en geheiligd. Paulus richt zich in zijn brief, zoals in al zijn brieven, op het wezen van de gemeente: ‘aan de heiligen die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus’. Zij allen worden ‘heilig’ genoemd. De vraag is: hoe zijn ze dat? In uitwendige zin alleen of zijn ze ook innerlijk geheiligd, door de ware geloofsband met Jezus Christus verbonden? Dat is ook de vraag voor ons! Groet (vs. 2) Vervolgens klinkt de gebruikelijke groet, hier een zegen: ‘Genade zij u en vrede...’ (vs. 2). Het Grieksewoord charis, genade, wijst op Gods gunst. God is het, Die Zich in Zijn eeuwige ontfermingmet zondigemensen inlaat en hen zegent. Genade is de gratie die een veroordeelde misdadiger op het schavot ontvangt. Genade staat tegenover schuld. Dat kan nooit buiten de Zaligmaker om. God is alleen in Hem zondaren genadig. Op Golgotha heeft Hij Zijn Zoon gegeven tot in de dood. Daar geeft de Borg Zijn leven. Daar hangt Hij aan het kruis, uit eeuwige liefde tot Zijn Vader en Zijn kinderen. Hij draagt hun straf en zij ontvangen de vrede. De apos-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==