9789033132285

11 gebruik van al zijn voorarbeid. Het is niet vreemd dat er al spoedig na zijn dood preken van hemwerden uitgegeven. In 1628 kwam het tot de uitgave van een groot aantal preken over Psalm 45 onder de titel Bruylofts-liet ter eeren Jesu Christi gesonghen. De bezorger van deze bundel was zijn Middelburgse collega Bursius. En in 1633 verzorgde een zekere P.V.C. een bundel van acht preken over Jezus’ geboorte, besnijdenis, dood en opstanding onder de titel Jesuat Jehova, ofte De salicheyt des Heeren. Deze laatste bundeling van preken ziet nu in hertaalde vorm opnieuw het licht. De genoemde anonieme P.V.C.1 geeft in zijn inleidend schrijven ‘aen de Ghemeynten onses Heeren Jesu Christi in Nederlandt, Insonderheyt aen de Ghemeynte die tot Middelburgh in Zeelant is’, al enige informatie over het karakter van deze preken. Daar verwijs ik graag naar. In deze preken vinden we steeds een heldere opbouw. Na een inleiding wordt de preek in enkele punten onderverdeeld, waarna een meestal kort ‘besluit’ volgt. Dat besluit zouden wij ‘toepassing’ kunnen noemen. Explicatio (uitleg) en applicatio (toepassing) liepen bij Faukelius meer door elkaar heen, want meestal geeft hij allerlei praktische toepassingen in de loop van de exegese. Het feit dat zijn papieren volgens P.V.C. nog niet echt persklaar waren, heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de afsluiting van zijn preken niet overal eenduidig is. Faukelius is er in deze preken duidelijk op uit om de gemeente Bijbels onderwijs te geven. De kennis was over het algemeen nog zo gering, en daarom greep Faukelius elke gelegenheid aan om de gemeente de richtlijnen van Gods Woord voor te houden. De grote lijn in deze preken is de weg die de Heere Jezus gaat om Zijn door de Vader gegeven kinderen zalig te maken – van Zijn geboorte tot aan Zijn opstanding. Opvallend is daarbij ook de plaats die Zijn besnijdenis inneemt. Ook daaraan weet Faukelius veel Bijbels onderwijs te ontlenen. Natuur1 Het lijkt voorlopig moeilijk te achterhalen wie P.V.C. was. Ook de door mij geraadpleegde dr. H. Uil, een kenner van de Zeeuwse archieven, kon hem tot heden geen naam geven.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==