9789033132285

19 zult het beeld26 van de auteur zelf er nog wel in zien. Het is mogelijk dat u hem hier niet in levende kleuren aantreft, maar u vindt hem tenminste in grondtrekken geschilderd.27 Nog beter is het deze preken als het ware te houden voor weeskinderen28 door ds. Hermannus Faukelius nagelaten, die niet zo goed zijn aangekleed29 als gebeurd zou zijn wanneer hun vader hen zelf had kunnen uitbesteden; maar die toch de gelaatstrekken30 en daarmee het beeld van hun vader na zijn dood nog dragen. Ik verplaats me in hen die dominee Hermanus hebben horen preken en deze preken zullen gaan lezen. Men vertelt dat toen Apelles eens op Rhodos gekomen was, hij uit een enkele lijn door Protogenes herkend werd.31 En zouden deze preken dan níet van hun auteur een getuigenis afleggen? We hebben met de uitgave van deze preken niet ons persoonlijk voordeel gezocht; we zoeken uw stichting. En als we dan vanuit onszelf niet kunnen stichten, denken we dat het in ieder geval passend is als we wat opofferen uit de overvloed van anderen, die door overerving ons eigendom is geworden. We denken ook dat het niet goed is als we van al die mooie geschreven preken die nog onder ons zijn, er geen enkele van de ondergang zouden bevrijden. Men vertelt dat Demetrius, de zoon van Antigonus32, de stad Rhodos belegerde en in de voorstad een schilderij van Protogenes in handen kreeg, waarop Bacchus33 geschilderd was. Door de inwoners van Rhodos werd hem toen gevraagd of hij het vanwege de kunstwaarde 26 het vidimus; * met deze uitdrukking aanvaardde een auteur het werk als door hem geschreven. 27 gedootverwet; * doodverf is grondverf. 28 Weeskens 29 toegemaeckt 30 lineamenten 31 * Beiden waren beeldende kunstenaars in de klassieke oudheid. Apelles was de hofschilder van Alexander de Grote. De schrijver Plinius vertelt van hen dat Apelles eens Protogenes opzocht in zijn atelier en hem daar niet aantrof. Op een groot leeg paneel schilderde hij toen een enkele fijn gekleurde lijn. Toen Protogenes dit later ontdekte, begreep hij dat Apelles was geweest. Aan dit bekende klassieke verhaal herinnert de schrijver van deze inleiding ons. 32 * Deze Demetrius was een Macedonisch vorst (337-283 v. Chr.), die een zoon was van Antigonus en dus tot de Antigoniden-dynastie behoorde. Hij wordt gerekend tot de ‘diadochen’ of opvolgers van Alexander de Grote. 33 * Bacchus was bij de Romeinen de god van de wijn, de roes en de dronkenschap.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==